Veelgestelde Vragen

Het zuidelijke circuit van Tanzania omvat voornamelijk de twee grootste nationale parken van het land, het Nyerere Nationaal Park (dat deel uitmaakt van het Selous Game Reserve, het grootste beschermde natuurgebied van Afrika) en het Ruaha Nationaal Park, evenals enkele kleinere parken zoals het Mikumi Nationaal Park, het Saadani Nationaal Park en het Udzungwa Nationaal Park.

Het westelijke circuit omvat 3 parken: het Katavi Nationaal Park in het uiterste westen van Tanzania en, direct aan het Tanganyikameer, de nationale parken Mahale en Gombe.

Dit is vooral te wijten aan de afgelegen ligging van de parken: transfers worden per vliegtuig uitgevoerd, en de logistiek voor de bevoorrading van de kampen is niet eenvoudig. Bovendien zijn de kampen, vaak tentenkampen, klein, met gemiddeld slechts tien kamers. De service is daardoor gepersonaliseerd, maar dat brengt ook extra kosten met zich mee.

Nee, we hebben geen neushoorns en daarom niet de “Big Five”. Jaren geleden waren er neushoorns in het Selous-reservaat, maar helaas zijn ze daar nu verdwenen.

Maar de andere vier van de “Big Five” zijn er zeker! Het Ruaha Nationaal Park herbergt 10% van de resterende wilde leeuwen, met grote groepen. Nyerere, Ruaha en Katavi hebben grote populaties olifanten en buffels. Luipaarden kunnen zeer regelmatig worden gezien in het Ruaha Nationaal Park.

Bovendien is de regio Selous-Nyerere een belangrijk bolwerk voor wilde honden en herbergt het een van de grootste populaties van Afrika. Ze worden ook steeds vaker gezien in het Ruaha Nationaal Park.

Het Ruaha Nationaal Park is ook een van de weinige nationale parken waar de grote en kleine koedoe samenleven.

Tenslotte zijn de nationale parken Gombe en Mahale waarschijnlijk de beste plekken ter wereld om chimpansees in het wild te ontmoeten.

De reizen die wij aanbieden, zijn georganiseerd met luchtoverdrachten tussen de parken. De wegen in het zuiden van Tanzania zijn namelijk vrij lang en vaak in slechte staat, waardoor wegtransfers vaak verloren uren of zelfs verloren dagen betekenen.

Daarnaast bieden luchtoverdrachten het voordeel dat je, eenmaal in het park, kunt genieten van speciale open safarivoertuigen (geen bus of een 4×4 met een open dak), evenals gidsen die hun park en de fauna, avifauna en flora bijzonder goed kennen.

De routes die wij voor de safari’s van onze klanten samenstellen, omvatten:

• Ontvangst op de internationale luchthaven van Dar es Salaam en transfer naar de binnenlandse luchthaven (of een hotel indien een overnachting in Dar es Salaam nodig is);
• Vluchten met een klein vliegtuig van, naar en tussen de parken;
• Accommodatie;
• Alle maaltijden;
• Alle parkkosten (parkkosten, concessiekosten, campingkosten, etc.);
• Verschillende safari-activiteiten (sommige activiteiten kunnen echter extra kosten met zich meebrengen. Dit wordt in uw reisplan vermeld);
• Een medische evacuatieverzekering die in geval van een medisch noodgeval voorziet in gespecialiseerde medische evacuatie vanuit (overal) in de natuur naar Dar es Salaam of Nairobi.

Voor een safari rekenen we doorgaans op een minimumgemiddelde van 700 USD per dag per volwassene, inclusief transport, accommodatie, maaltijden, safari’s, parkkosten, enz., met een minimum van 3 nachten. Dit is voornamelijk te wijten aan de afgelegen ligging van de parken (luchtoverdrachten, logistiek voor bevoorrading van de kampen, etc.) en de grootte van de kampen (gemiddeld slechts 10 kamers).

Natuurlijk varieert de prijs van een safari afhankelijk van het park en de afstand ervan, en afhankelijk van het gekozen accommodatie-niveau.

Wij bieden safari’s aan vanaf 2 nachten (per accommodatie), maar we raden aan om een safari van 3 nachten of meer te plannen voor een betere ervaring.

Omdat de tijd nemen een steeds meer gewaardeerde luxe is en past bij de filosofie van safari’s in het zuiden en westen van Tanzania, bieden veel kampen in de parken van Ruaha en Nyerere (voorheen Selous) 4 nachten aan voor de prijs van 3.

Afhankelijk van het budget kan de duur van een safari variëren van 3 dagen tot ongeveer vijftien dagen.

In het zuiden en westen van Tanzania zijn de meeste accommodaties voor safari’s kleine tentenkampen (gemiddeld 10 tot 12 kamers). Je vindt hier geen hotels in de gebruikelijke zin van het woord, namelijk een gebouw waar je een kamer kunt huren.

Een tentenkamp bestaat uit gemeenschappelijke tenten (lounge, bar, restaurant) en grote slaaptenten. Denk niet aan kleine kampeertenten. Deze safaritenten zijn ruime slaaptenten met een eigen badkamer en soms zelfs een klein terras of een zwembad. Dit betekent dat je je geen zorgen hoeft te maken: er is een echte badkamer met een toilet en een goede douche.

Naast de kamers is er een hoofdtent, of een zaal met een rieten dak, waar je maaltijden kunt nuttigen, kunt lezen of een drankje kunt drinken.

De tentenkampen variëren van eenvoudig tot luxe.

De tentenkampen hier zijn niet omheind, dus een personeelslid zal je na het diner naar je tent begeleiden.

In een tentenkamp ben je dicht bij de natuur, zonder in te leveren op comfort.

Omdat de kampen in het zuiden van Tanzania zich in de natuur bevinden zonder enige bescherming, zijn ze niet bijzonder geschikt voor zeer jonge kinderen, en de meeste accepteren daarom alleen kinderen vanaf 6 of zelfs 7 jaar.

Daarnaast zijn bepaalde activiteiten niet toegankelijk voor jongere kinderen: wandelsafari’s zijn alleen mogelijk voor kinderen van 15 jaar en ouder, het bezoeken van chimpansees is toegestaan voor kinderen van 12 of 15 jaar en ouder (afhankelijk van het park), en ballonsafari zijn voor kinderen van 7 jaar en ouder.

Voor familiesafari’s met kinderen tussen 7 en 15 jaar bieden verschillende kampen in de parken Ruaha en Nyerere (voorheen Selous) familiekamers aan. Elke kamer heeft een specifieke configuratie, en we helpen je graag bij het aanbevelen van accommodaties op basis van je gezinssamenstelling.

De kampen in de bush heropenen meestal op 1 juni. Juni volgt kort op het seizoen van zware regenval, waardoor het gras erg hoog staat en het meestal moeilijk is om dieren te zien.

Naarmate de tijd vordert, in juli en augustus, drogen de grassen uit en worden ze lager (tenzij ze worden verbrand door bosbranden), en wordt het water schaarser, waardoor steeds meer dieren zich rond de waterpunten verzamelen (rivieren, meren, vijvers). Het waarnemen van dieren wordt dus steeds gemakkelijker. Wat de temperaturen betreft, zijn ze “koel” na het regenseizoen en worden ze warmer richting september/oktober.

In oktober/november hebben we het “korte regenseizoen”. Deze regen belemmert de safari’s niet (in tegenstelling tot die in april/mei). Deze periode kan duren tot half januari. Het kan dan warm en vochtig zijn.

Van half januari tot half maart volgt een korte droge periode. Het is vrij warm, maar de natuur is weelderig, met bloemen en vlinders. Het gras is niet erg hoog, dus je kunt nog steeds alle dieren goed zien, zelfs de kleine dikdiks. Afhankelijk van de hoeveelheid korte regenval zijn de dieren min of meer verspreid. Het is een prachtige periode, gewaardeerd door fotografen, en de prijzen zijn laagseizoen.

Eind maart komt de zware regenval (tenzij deze eerder of later begint!). Het merendeel van de kampen sluit en de vluchten worden opgeschort tot eind mei.

Maar dit is de theorie. In werkelijkheid ervaren we, net als elders in de wereld, aanzienlijke klimaatveranderingen. In de afgelopen jaren hebben we zeer droge februaris gehad, maar ook zeer natte! We kunnen dus niets beloven.